Bloemrijk grasland
Het Bentwoud is ongeveer 800 hectare groot. Binnen dit oppervlak zijn er verschillende natuurtypen te vinden, waarbij gedacht kan worden aan bossen, watergangen, moeras en bloemrijke graslanden. De laatst genoemde bevat ongeveer 150 hectaren van het Bentwoud. Deze graslanden worden zo beheerd dat er een zo groot mogelijke diversiteit aan kruiden en insecten komen. Om dit doel te behalen, is het belangrijk om te maaien en dit maaisel vervolgens af te voeren. Dit noemen we verschralingsbeheer.
Verschralingsbeheer
Tot 2000 bestond het hele gebied nog uit akkerland. Jaarlijks werden hier duizenden spruitjes, uien en andere groenten verbouwd. Om de gewassen zo snel en zo goed mogelijk te laten groeien, werd het land intensief bemest. Hierdoor is deze kleibodem, welke al voedselrijk van zichzelf is, nog rijker aan voedingsstoffen geworden. Erg gunstig, zul je missien wel denken? Toch is dit voor de natuur niet optimaal. Er zijn een aantal plantensoorten die gek zijn op voedselrijke gronden, denk bijvoorbeeld aan snelgroeiende ruigtekruiden als de akkerdistel, ridderzuring, smeerwortel, engels raaigras en de gewone berenklauw. Deze soorten hebben het hier gigantisch naar hun zin, en schieten ieder jaar weer de grond uit. Dit doen ze zo snel en massaal, dat hierdoor geen ruimte meer is voor andere kruidachtige planten. Ondanks dat de bovengenoemde soorten ook absoluut van waarde zijn in het ecosysteem, vormen ze wel een vrij eentoning en soortenarm grasland.
Voor een grasland met een hoge biodiversiteit is het dus belangrijk dat de bodem voedselarmer wordt. Daarom maaien we ieder jaar het gras, en laten we het daarna afvoeren. Hierbij worden dus de door de planten opgenomen voedingsstoffen uit het gebied weggenomen. Door dit jaarlijks te herhalen zullen ruigtekruiden minder snel groeien, en ontstaan er mogelijkheden voor andere kruidsoorten die anders verdrongen zouden worden.
Eerste successen
Zoals je hierboven leest, hebben we door jaren lange bemesting vanuit natuuroogpunt een flinke achterstand. Op een voedselrijke bodem als die in het Bentwoud gaat het jaren duren voordat je echt resultaat gaat zien. Toch zien we in het gebied op verschillende plekken na jaren verschralingsbeheer al mooie resultaten ontstaan. Zo verschijnen er steeds vaker kruiden als het knoopkruid, verschillende klaversoorten, wilde peen, jakobskruiskruid, heelblaadjes, verschillende lathyrussoorten en op sommige plekken zelfs orchideeën als bijvoorbeeld de bijenorchis! Dit levert niet alleen een boost aan de planten in het gebied, maar ook dieren als vogels en insecten liften mee op dit succes. Dit zie je bijvoorbeeld prachtig terug in de bijenmonitoring die EIS Kenniscentrum Insecten om de 3 jaar uitvoerd. In 2015 telde ze in het Bentwoud 38 verschillende soorten wilde bijen, en met de monitoring van 2021 waren dit maarliefst 61 verschillende soorten! Een dankbaar resultaat van jarenlang intensief beheren door verschraling.
Deze maand
Het maaien van de bloemrijke grasland gebeurt meestal in augustus. Alle jonge vogels zijn dan al uitgevlogen en de insecten hebben er zo lang mogelijk van geprofiteerd. Ook is het vaak nog warm en droog. Dit laatste is erg belangrijk voor het uitvoeren van het werk. Het maaien en afvoeren van 150 hectare grasland kost ongeveer 3 weken. Hiervoor moet de aannemer gebruik maken van grote en zware machines. Als je later in het jaar maait, en wacht tot september, is de kans op fikse regenbuien al veel groter. De grond wodt dan zacht, waardoor de machines veel sporen in de grond rijden en de bodem verdichten. Als dit gebeurd raakt de bodem verstoord, en zullen er het volgende jaar op deze plekken weer veel snelgroeiende ruigtesoorten opkomen. Jarenlang verschralen is dan in één klap voor niets geweest.
Bij het maaien laten we het gras net zo lang liggen tot het droog is, en de nog aanwezige zaden op de grond kunnen vallen. Met de warmte en de droogte gaat dit erg snel dit jaar. Als het zaad tussen het maaisel uit is gevallen, wordt het maaisel in balen geperst en afgevoerd.
Rekening houden met de dieren
Zoals je hier boven leest is het belangrijk dat we maaien en afvoeren. Doen we dit niet, dan kan het na 1 jaar al nadelige effecten hebben op je grasland. De rottende planten kunnen veel extra voeding aan de bodem geven, wat er voor zorgt dat de ruigtesoorten weer harder gaan groeien. Toch willen we wel zo veel mogelijk rekening houden met de dieren. Zo maaien we gedurende deze 3 weken de 150 hectare grasland gefaseerd. Niet alle stukken gaan er in één keer af, maar iedere keer een klein deel. Zo blijf je zo veel schuilgelegenheid houden voor vogels als fazant en zoogdieren als haas en ree. Daarnaast blijven er her en der in het gebied ook kruidenrijke hoekjes staan. Dit om te zorgen dat insecten nog voedsel en voortplantingsplekken hebben en er voldoende voedsel is voor insectenetende vogels als de roodborsttapuit en zaadetende vogels als de kneu.