Een prachtige vogel, maar hem zien, dat is wel even een dingetje! Het bokje is namelijk de ultieme meester in het camouflagespel! Met zijn schutkleuren en rietkleurige lengtestrepen op de rug gaat hij compleet op in zijn omgeving. Dat hij een schutkleuren heeft weet hij zelf ook maar al te goed! Hij wacht namelijk altijd tot op het allerlaatste moment met opvliegen! Het gebeurt wel eens dat hij vlak onder je schoenen opvliegt!
Doordat ze zo goed zijn in verstoppen, zie je ze eigenlijk altijd pas te laat, dus als ze opvliegen. Gisteren liep ik tijdens een veldbezoek langs een drassige oever, en zag er ineens eentje vlak voor me zitten. Na jaren fanatiek vogelen, en meer dan honderd bokjes te hebben zien opvliegen, zag ik er dan eindelijk eentje zitten! Hij deed precies wat ze altijd doen, zich helemaal plat drukken en er van uit gaan dat ik hem niet zou zien.
Hoe herken je nu een bokje? Hij lijkt best veel op zijn grote neef, de watersnip. Alleen is het bokje een slagje kleiner, heeft een veel korter snaveltje, donkerdere tekening en heeft hij die twee opvallende gele rugstrepen. Ook vliegen de watersnippen veel vroeger op, maken veel meer geluid bij het opvliegen en vliegen veel verder voordat ze weer landen. Het bokje vliegt meestal op, en land vervolgens een paar meter verder weer tussen de vegetatie.
Ook een bokje zien?
Ga opzoek naar drassige slootkanten of plassen met lage vegetatie. Hier maak je de grootste kans om ze tegen het lijf te lopen. De meeste kans maak je in de winter, als er ijs ligt. Dan komen van allerlei stiekeme rietbewoners als bijvoorbeeld het bokje, de watersnip, roerdomp en waterral hun veilige rietkraag uit, opzoek naar open water voor voedsel.